Alle prinsesjes
zwieren op de wals
dansen met prinsen
Amio:
en zingen nimmer vals
Josefien:
Dan komt er een happy end
als hij haar kust klinkt er ineens een band
Amio:
ze kijkt smachtend naar haar vent
Josefien:
Lang
gelukkig
samen
Josefien:
Maar ’t leven lijkt niet op een Disney verhaal
Ik ben het eendje, niet de zwaan (Amio: en ik geen kip!)
Geen vrouw als ik gaat met een prins aan de haal
Amio:
Een hoepelrok zou mij niet staan! (Josefien: Dat denk ik ook niet!)
Josefien:
‘K zeg goedemorgen niet in ’t Frans (Amio: bonjour!)
Geen enk’le droomprins vraagt me ooit ten dans
Amio:
In elk gezongen, volksverhaal
Josefien:
Zit zo’n noot die ik nooit haal
Josefien:
Ik moet nog koken
Amio:
Ja die soep brand aan! DE SOEP BRAND AAN JOSEFIEN!
Josfien:
Ja, zie je wel, het gaat al mis! (Amio: bel Rob Geus! Bel hem!)
Amio”
Ome Krelis is hier ver vandaan!
Josefien:
En hij ziet
mij niet staan!
Amio:
Zie ik daar een traan? (Josefien: ’t zijn allergieën!)
Maar ’t leven lijkt niet op een Disney verhaal
Ik ben het eendje, niet de zwaan (Amio: en ik geen kip!)
Geen vrouw als ik gaat met een prins aan de haal
Amio:
Een hoepelrok zou jou niet staan! (Josefien: Poe! Mij niet gezien!)
Josefien:
‘K zeg goedemorgen niet in ’t Frans (Amio: Ooievaar!)
Geen enk’le droomprins vraagt me ooit ten dans.
Amio:
In elk gezongen, volksverhaal
Josefien:
Zit zo’n noot die ik nooit haal!
Josefien:
Oh hij komt
Ik sta voor paal
Amio:
Nee josefien
Je kunt het wel!
Josefien:
Oh ik hoop dat ik niet faal! (Amio: We zullen zien)
Hier is die noot die ik nooit haaaaaaaaaal!
Amio:
en dat was de vissenkom.
Amio’s onderdak
Is een huisje op een tak
In de grote boom van tante Josefien
Met zijn stoere paarse smoel
Ben ik best ontzettend cool
En aardig, slim en grappig bovendien
Josefien was eens gegaan
Naar een land hier ver vandaan
Vond een donzig schattig kuiken lief en teer
Maar het nest was onbemand
En Tanus Tijgertand
Stond te zwaaien met heel erg groot geweer
Toch moet Amio wel waakzaam zijn
Met Tinus, neef van Tanus, op de loer
Maar Amio die doet geen lama pijn
Wil altijd alles zien
En houd van Josefien!
(refrein: Amio, Amio etc.)
Maar soms er dreigt ook gevaar
Effe rust vergeet het maar
Tinus heeft weer slechts in de zin
Maar die bakt er vaak niks van
Met z’n vangnet en z’n pan
irritant is ‘ie desalniettemin
Krelis is altijd op wereldreis
Op zoek naar Amio z’n zus of broer
Halikalimalia tot aan Parijs
Zoekt hij naar iets raars
Fladderend en paars
(refrein: Amio, Amio etc.)
.
Met prittstift en een oude krant maak ik een krokodil
Het klinkt misschien wat raar
Maar met plakband en een schaar
Maak ik iets dat niemand anders ziet
Een dino zonder schil of een appel met een bril
Gebruik m’n fantasie
(J) Ik maak van wat oude krantenkoppen en een kopje thee
Een beertje met een hoedje in een wolkenkrabber van papier maché
(A) Dus als ik het begrijp
van een oude kachelpijp
(J) en een beetje hulp van Josefien
(A) Maak ik een gitaar (J)of een aapje zonder haar
Gebruik je fantasie
(J) Weet je nog die dag dat, dat ik net geplast had, dat ik zomaar vastzat in mijn eentje op de WC
(A) Ja natuurlijk joh, had je toen geen last van d-
(J) AMIO! Niet zeggen!
(A) waarom niet?
(J) En hoe ik met een haarspeld, handzeep en wat spaargeld, een oude lekke vaattijl en nagelvijl mezelf had bevrijd?
(A) Ja, hoe kon ik dat vergeten, want ik zat net te eten en alles rook naar-
(J) bloemetjes!
(A) maar dat rijmt niet!
(J) Met een stofzuigerslang en een oude rol behang maak je veel
Zoals een petje voor een peer, of een pluche knuffelbeer, of een kasteel
(A) Ik voel mij vindingrijk
Als ik naar deze rommel kijk
(J) Ik denk dat je ’t eindelijk begrijpt!
Jij maakt een:
Paarse dinosaurus van een andere planeet met een hoedje die iedereen snoepjes geeft!
Die rommel in je hok wordt een:
(A)Paarse dinosaurus van een andere planeet met een hoedje die iedereen snoepjes geeft!
(J) Dus die zooi in je hok is een:
(A&J) Paarse dinosaurus van een andere planeet met een hoedje die iedereen snoepjes geeft!.
We geven hem een pop
Van die kleine zakjes drop
Een glittergitaar
Of iets leuks voor zijn haar
Een manke sprinkhaan
Een ritje in een achtbaan
Mijn oude pannenkoek
Of een roze onderbroek
een loenzend konijn
of een bloemetjesgordijn
een volle spaarkaart
een weekend OV jaarkaart
een sleutelhanger, een behanger, dromenvanger, dubbelganger.
Een keukenmeid, leutigheid, huismijt of stoepkrijt.
Een geo-driehoek, geen bezoek, boterkoek, een kleurboek
bankbiljet, dankgebed, een waterbed, een haarnet
of iets voor voor het raam
Of een sticker met zijn naam
Of wat dacht je van
Zo’n grote zware pan
Een tuin voor in huis
Een kuikentje met pluis
een pingpongbatje
misschien een spannend setje
een plakje cervelaat
een pakje dat hem staat
of een trui voor zijn kat
Een eend voor in zijn bad
Een rode hijskraan
Een irritante krijshaan
een mierennest, een reddingsvest, oost en west, dat snaptie best
een jetski, confetti, een linkerknie of privacy
een handvat. Een handvat? Een handvat! Noem jij dan wat!
Een sleutelrek, een stijve nek, paddentrek, of is dat gek?
Een koekje bij de thee
Of en weekend met zn twee!
Tinus: Nee! Ik heb een idee!
Een kip die zegt tok tok en ik zeg hallo
Hallo, Mijn naam is Amio
Ik lust geen mais en een kip eet het zo
Hallo, mijn naam is Amio
Ik hou van cadeautjes, spelen, snoepjes, slingers en mijn hok
Maar kippen scharrelen en zeggen dus tok tok!
Tante:
Je hebt wel een grote snavel
en fladdert toch volop?
Amio:
Ja, maar ken jij dan een kip
met paarse veren op zijn kop?
Tante: een pimpelmeesje dan! Of een roodborstje!
Amio: Zie ik eruit alsof ik rooie borstjes heb?
Tante: Een kraai, kauw of een groenpootruiter!
Amio: Je bent zelf een groenpootruiter!
Kippen tokken maar en dat is irritant
Ik praat, tenminste interessant
Ze wassen nooit hun voeten, en krabben in het zand
Met mij, kun je naar een restaurant
Ik houd van een pannenkoek, met snoepjes overal
Ik woon in een hok, kippen in een stal
Tante: De kakel van een kip lijkt toch wel veel op jouw gelal,
Amio: Ik kakel never nooit, maar ben een spraakwaterval!
Amio: Dus, ik lijk in de verste verte niet op een kip!
Tante: Ah! Maar jij kunt net als een kip niet vliegen
Amio Ja, maar kippen maken dit geluid:
Doet een coupletje lang heel overtuigend een kip na
Amio: En dat zou ik nooit doen
Tante: Nee, das waar Amio, zo’n geluid heb ik jou nog nooit horen maken!
Amio:
Sinterklaas,
Zit zo’n mijter nou echt fijn?
Waarom draagt u een gordijn?
Lust u havermout?
Sinterklaas,
Is die stok wel echt van goud?
Was u vroeger wel eens stout?
Bent u niet te oud?
Sinterklaas:
Als kind was ik heel erg braaf.
Heel keurig en beschaafd.
De mijter is op maat gemaakt.
Mijn staf is heel wat snoepjes waard.
Ben net zo oud als deze baard
En dit gordijn heeft mijn moe gehaakt
Ik moet hem aan want anders ben ik naakt.
Voor deze kou hier ben ik niet gemaakt.
Sinterklaas,
Pulkt u wel eens in u neus?
Was die knol soms tweede keus?
Die gaat niet lang meer mee, nee!
Sinterklaas,
Slaat u weleens met die staf?
Veegt u, uw eigen billen af?
Leest u op de wc? Nou?
Ik sla alleen per ongeluk.
Ja, welleens een kostbaar vaastje stuk.
Amerigo is oud maar vitaal
Ik kan nog best wel heel veel zelf.
Ik slaap nog steeds pas lang naar elf.
Maar oké, voordat ik afdwaal..
Op het toilet lees ik graag een verhaal.
Zie de rest op het Sinterklaasjournaal.
.